In de zomer van 2013 zijn enkele onderzoeksrapporten verschenen over veiligheidsgevoelens bij LHBT'ers op lokaal niveau. Het gaat om "Het gaat beter, maar nog niet goed : Resultaten Pink Panel Kennemerland 2013" van Bureau Discriminatiezaken Kennemerland, waarin verslag wordt gedaan van het Pink Panel, een digitaal onderzoekspanel dat bestaat uit lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, en transgenders (LHBT´s) in Kennemerland. En om de "Monitor
veiligheidsgevoelens van homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen Delft, Leidschendam-Voorburg, Westland en Zoetermeer" van Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden en Haaglanden. Over de ontwikkeling van deze laatste monitor is een scriptie verschenen : "De ontwikkeling van een monitor naar de veiligheidsgevoelens van homoseksuelen op lokaal niveau ".
Hieronder kunt u meer lezen over de drie rapporten
Het gaat beter, maar nog niet goed : Resultaten Pink Panel Kennemerland 2013 M. van Haaften Den Haag : Bureau Discriminatiezaken Kennemerland , 2013 LINK: www.bdkennemerland.nl/doc88.pdf
Rapport waarin verslag wordt gedaan van het Pink Panel, een digitaal onderzoekspanel dat bestaat uit lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, en transgenders (LHBT´s) in Kennemerland. Het onderzoek wordt sinds 2008 jaarlijks uitgevoerd. Deelnemers krijgen één keer per jaar een vragenlijst toegestuurd van Bureau Discriminatiezaken Kennemerland (BD). Het doel van het Pink Panel is het in kaart brengen van veiligheidsbeleving vann LHBT's en
hun eigen discriminatie-ervaringen in Kennemerland. In dit rapport woorden de meest recente resultaten (meting januari 2013) afgezet tegen de resultaten in voorgaande jaren, hierdoor worden ontwikkelingen in tijd zichtbaar. Het gaat beter, maar nog niet goed. Het veiligheidsgevoel van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders (LHBT´s) in Kennemerland lijkt te zijn toegenomen. Meer respondenten dan in voorgaande jaren menen dat zij veilig hand in hand
kunnen lopen in de eigen woonwijk. Dit geldt ook voor het gevoel dat de eigen gemeente minder onveilig is geworden. Toch meldt een stabiele groep respondenten, tussen de 12 en 15 procent elk jaar, dat zij discriminatie ondervinden in de eigen wijk. Dit kan gaan om schelden, pesten of mishandeling. 75 procent voelt zich veilig genoeg om uit te komen voor haar of zijn seksuele geaardheid in de eigen wijk. In 2012 ziet het Bureau Discriminatiezaken een opvallende toename van het
aantal discriminatieklachten op grond van (homo)seksuele geaardheid. Dit lijkt tegenstrijdig met het bovenstaande. De stijging van het aantal discriminatieklachten is echter vooral een indicatie van de toegenomen meldingsbereidheid.
Monitor veiligheidsgevoelens van homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen in Delft, Leidschendam-Voorburg, Westland en Zoetermeer J. Kik Den Haag : Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden en Haaglanden , 2013 LINK: www.discriminatiezaken.nl/HLB-monitor-veiligheidsgevoelens
Dit rapport bevat de resultaten van de "Monitor veiligheidsgevoelens van homoseksuele mannen, esbische vrouwen en biseksuelen" die is uitgevoerd in in de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Westland en Zoetermeer een Monitor veiligheidsgevoelens laten ontwikkelen. De monitor bestond uit een online vragenlijst, die door ruim 200 personen vrijwel volledig is beantwoord. Van begin december 2012 tot begin april 2013 is de enquête online geweest. Eén op
de drie homoseksuele, lesbische en biseksuele inwoners van Delft, Leidschendam-Voorburg, Westland en Zoetermeer voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Gevoelens van onveiligheid in de buurt specifiek vanwege de seksuele voorkeur worden minder gerapporteerd. Deze worden vooral ervaren bij het hand in hand lopen, in algemene uitgaansgelegenheden, in de openbare ruimte en in de buurt waar men woont. Een deel van de doelgroep heeft ook vervelende ervaringen meegemaakt en een
deel past het gedrag wel eens aan om negatieve reacties te voorkomen. In de meeste gevallen (91%) heeft men geen melding gedaan van incidenten. De uitkomsten van de monitor bevestigen het beeld dat uit landelijk onderzoek naar voren komt. De resultaten van de Monitor Veiligheidsgevoelens zijn tijdens een bijeenkomst met relevante partijen uit de vier gemeenten besproken. In grote lijnen werden de uitkomsten van de monitor door de aanwezigen herkend. Voor de vier gemeenten
is het duidelijker waar zij de komende tijd in moeten gaan investeren.
De ontwikkeling van een monitor naar de veiligheidsgevoelens van homoseksuelen op lokaal niveau S. Thakoerdin Zoetermeer : GGD Zuid-Holland West , 2012 LINK: www.ggdzhw.nl/rapport-monitor-veiligheidsgevoelens-homoseksuelen
Master scriptie, Vrije Universiteit Amsterdam. Een onderzoek naar het opzetten van een veiligheidsgevoelens-monitor voor homoseksuelen in de gemeenten: Delft, Westland, Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg. Gegevens zijn verzameld middels een literatuuronderzoek en semigestructureerde interviews met diverse experts op het gebied van homoseksualiteit en/of veiligheid, en met gemeenteambtenaren en met de doelgroep zelf gehouden (homoseksuele mannen en lesbische vrouwen uit de vier
gemeenten). Geconcludeerd wordt dat de monitor als een internet-tool ingezet kan worden rekening houdend met de anonimiteit en laagdrempeligheid. Als optie zou een schriftelijke versie van de monitor ingezet kunnen worden voornamelijk de ouderen en mensen die geen toegang hebben tot internet. De vragenstelling in de monitor dient aan de hand van de drie vormen van stigma onderscheiden te worden. Dit kan het beste gedaan worden door in de monitor vragen op te nemen die
de mate van emancipatie van het individu weergeven, maar ook door middel van vragen over de acceptatie van de seksuele voorkeur in de omgeving en over de persoonlijke karakteristiek. Aan de hand van het type stigma is het voor de gemeenten mogelijk om het beleid gericht te (her) ontwikkelen. Een richtlijn is daarnaast ontwikkeld voor hoe respondenten uit de vier gemeenten benaderd zouden kunnen worden en de monitor promoot dient te worden. Een brede wervingsmethode is nodig
om een zo hoog en gevarieerd mogelijk aantal respondenten te werven. .
|