Onderzoek SCP naar LHB-55-plussers
Meeste lesbische, en homoseksuele ouderen ervaren van hun buren en buurtgenoten een positieve houding. Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar lesbische, homoseksuele en biseksuele (LHB) 55-plussers in Nederland dat op 10 december jl verscheen. Aan het onderzoek getiteld "55-plussers en seksuele oriëntatie Ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele 55-plussers" werkten 375 LHB 55-plussers mee en 361 heteroseksuele
55-plussers. Het ging om vitale, zelfstandig wonende ouderen.
Het onderzoek ging met name in op de sociale participatie, welzijn en verwachtingen omtrent toekomstige (mantel)zorg. Ook gaat het in op een aantal zaken die alleen bij LHB 55-plussers een rol spelen, zoals het meemaken van negatieve reacties, het wel of niet open zijn over je oriëntatie en verwachtingen die LHB’s hebben over de LHB-vriendelijkheid van de zorg.
Naar voren komt dat LHB-55-plussers op een positieve houding van hun kinderen, vriend(inn)en en buren rekenen. Maar 1 procent van de LHB's geeft aan van buurtgenoten, buren en/of medebewoners in het wooncomplex een negatieve houding te ervaren. Daarbij moet wel rekening worden gehouden dat een deel van LHB 55-plussers in de kast blijven. Ongeveer een derde (31%) van de LHB 55-plussers heeft niemand in de omgeving die weet dat zij zich (ook) aangetrokken voelen tot seksegenoten.
wat betreft de kwaliteit van de relatie met buurtgenoten blijkt er geen groot verschil te bestaan tussen lhb-55-plussers en heteroseksuele 55-plussers. 68 procent van de LHB's en 72 procent van de heteroseksuelen beoordeelden de kwaliteit van de relatie met de buurtgenoten als goed.
Onderzoek maakt wel duidelijk dat er verschillen in de samenstelling van de sociale netwerken zijn tussen heteroseksuele ouderen en homoseksuele ouderen. Heteroseksuele 55-plussers hebben vaker kinderen en een partner. Als LHB 55- plussers kinderen hebben, dan hebben zij daar een minder goede band mee. Daar staat tegenover dat LHB 55-plussers meer vrienden hebben die zij ook regelmatiger zien en waarmee zij een betere band hebben Er zijn geen verschillen in het contact dat LHB-55-plussers
hebben met ouders, familie, buurtgenoten of vrienden, de frequentie van de contacten en de kwaliteit van die relaties. Ook zijn er geen verschillen in de maatschappelijk participatie naar seksuele oriëntatie: beide groepen verrichten even vaak betaald of onbetaald werk en zijn evenveel lid van dezelfde typen verenigingen.
Twaalf procent van LHB 55-plussers kreeg in het afgelopen jaar te maken met een negatieve reactie op hun seksuele oriëntatie. Onderzoek maakt onderscheid tussen diverse vormen van negatieve reacties. Geen enkele vorm van negatieve reactie springt eruit. Het meest genoemd zijn het krijgen van vervelende of nieuwsgierige vragen (5%), belachelijk gemaakt worden of flauwe grappen te horen krijgen (5%), en roddelen (5%). Degenen die een negatieve reactie kregen, zijn
eenzamer, hebben meer psychische problemen en hebben minder positieve verwachtingen omtrent toekomstige zorg.
U kunt het onderzoek op de website van het SCP downloaden.
|